Search results for ""Author Paul Mommaers""
Peeters Publishers Jan Van Ruusbroec: De Mystieke Vereniging Met God
De mysticus Jan van Ruusbroec (1293-1381) wordt vaak hemelhoog geprezen, ook internationaal. Zo kwam Cuthbert Butler tot de conclusie dat er "zeker...geen groter mystiek schrijver is geweest." Het is dan ook verrassend dat over Ruusbroecs mystieke leer als zodanig geen omvattende studie voorhanden is. Dat deze lacune aangevuld moet worden, is des te vanzelfsprekender nu de kritische editie van Ruusbroecs werken volledig is: Jan van Ruusbroec Opera omnia (1981-2006). Het leidend beginsel van onderhavig boek is, dat de mysticus zelf in de allereerste plaats aan het woord moet komen, en niet de commentator. Bovendien bestaat de kern van Ruusbroecs geschriften in het beschrijven van een bewustwording - de bewustwording van de aanwezigheid van een Ander -, met het gevolg dat enkel door de close reading van het gehele werk en door passende tekstanalyses zijn opvattingen van de mystieke eenwording met God te voorschijn komt. Daar echter in deze studie een mystieke figuur en zijn literair werk centraal staan, wordt in de eerste twee hoofdstukken, steeds op basis van hetgeen de mystici zelf vertellen, gepreciseerd wat hen essentieel kenmerkt, wat zij ervaren en hoe zij ervaren, waarom zij schrijven en op welke manier. Ruusbroecs eigen beschrijving van de mystieke ervaring wordt in vijf hoofdstukken ontvouwd. Hoofdstuk III - "Het mensbeeld van Ruusbroec" - betreft de manier waarop deze mysticus de structuur van de menselijke psyche voorstelt. Hoofdstuk IV - "De ontmoeting met de Ander" - behandelt de mystieke weg zoals Ruusbroec die uittekent. Wat hier vooral opvalt, is de persistentie van het verschijnsel "ontmoeting" door de hele ontwikkelingsgang van de mysticus heen, van het premystieke begin tot en met de diepste eenheidsbeleving. Het blijkt eveneens dat deze weg niet noodzakelijk gevolgd dient te worden: het contemplatieve leven is geen lineair vooruitgang-maken maar veeleer een spiraalsgewijs meegenomen-worden. In hoofdstuk V - "Het mystieke eenzijn met God" - komt het hart van Ruusbroecs mystieke ervaring tot uitdrukking en schittert natuurlijk het meest zijn uniek talent om weer te geven wat niet gezien maar wel gevoeld wordt. Het belangrijkste punt hier is, dat voor de mysticus de meest gevorderde ervaring van het eenzijn met God bestaat in het beleven van zowel "eenheid" als "vereniging", van zowel "rusten" als "werken". Anders gezegd, het volkomen eenzijn met God wordt helemaal niet beschouwd als een uiteindelijke versmelting. Het is, integendeel, door het blijvende samenspel te ervaren van zulke verschillende aspecten als "eenheid" en "vereniging" dat de mysticus ten volle een is met de Ander. Uit de complexe natuur van de volmaakte mystieke staat volgt dat Ruusbroec de volgroeide mysticus voorstelt als de "ghemeyne mensche" die "geheel in God is en geheel in zichzelf." De laatste twee hoofdstukken van het boek gaan over Ruusbroecs houding ten aanzien van de natuurlijke mystiek. Daar hij te maken kreeg met een aantal van zijn tijdgenoten die naar eigen zeggen "contempleerden zonder (Gods) genade", voelde Ruusbroec zich geroepen om met hen in discussie te treden. In hoofdstuk VI blijkt dat hij niet enkel hun methode - "inkeeren" - waardeert, maar eveneens de uitkomst ervan: "zij voelen de enkelvoudigheid van hun wezen dat in Gods wezen hangt." In hoofdstuk VII komt echter ook Ruusbroecs kritiek op de natuurlijke contemplatie ter sprake. Deze richt zich voornamelijk op twee punten. De contemplatief die zich zonder de genade naar binnen keert, "blijft rusten in zichzelf" en hij zal de dehumaniserende gevolgen ondergaan van een contemplatie waarin men "geen anderheid voelt."
£35.19
Peeters Publishers The Riddle of Christian Mystical Experience: The Role of the Humanity of Jesus
A distinctive feature of mystical experience is that it is "imageless". Mystics of various traditions witness indeed to their going beyond all intermediaries so as to enjoy immediate union. Understandably, the idea of imageless immediacy is attractive, and it is especially in vogue with those who hope to discover that different (religious) spiritualities converge if only the particularity of, say, the Christian way would be left behind. However, a crucial question arises here. If mystical union consists in simply transcending what is part and parcel of the human condition, where is its relevance? Is the mystic as such in a position to be his or her human self - thinking and loving, enjoying and suffering? Can he or she be active in the world of humankind? Obviously, it is especially in the Christian tradition that this matter comes to the fore as a radical difficulty. For here there is the divine Image and Mediator, so much so that the Humanity of Jesus ought to be integral to a person's union with God. Perhaps the Christian mystic is such an extraordinary figure that the Humanity and all other images and intermediaries are, for him or her, at best a stepping-stone that is bound to disappear? A"The Riddle of Christian Mystical ExperienceA" aims to clarify this issue by analyzing the writings of such visionaries as Julian of Norwich, Teresa of Avila and Maria Petyt; of the ecstasy-minded masters Richard of Saint Victor, Bernard of Clairvaux and Bonaventure (describing Francis of Assisi's experience); of the cream of the Flemish mystics, namely Hadewijch and Jan van Ruusbroec. Nevertheless, the preference for the mystical text does not prevent the A"RiddleA" from drawing on the insights of modern philosophers such as Jean-Paul Sartre and Jean-Luc Marion when treating of images and idols, or Michael Polanyi and Ludwig Wittgenstein when reflecting on intermediaries. The main result of this procedure may come as a surprise. Far from turning into a detached creature who forgets about the Humanity and the human, the full-fledged mystic is, as a Flemish mystic puts it, "wholly in God, where he rests in enjoyment, and wholly in himself, where he loves with works". Experiencing union "with intermediary and without intermediary", the true Christian mystic is "unimaged" as well as "imaged upon the humanity of our Lord through heartfelt affection".
£25.05